zaterdag 12 juli 2014

Een nieuw onderdeel is toch GOED? Of toch NIET?

Imitatie vs OEM onderdeel, de lambdasonde

Mening is gebaseerd op eigen ervaring en metingen

Wij kregen een Japanse auto aangeboden met een storing waar de collega al enige tijd mee aan het stoeien was. Diversen onderdelen waren reeds vervangen en lagen ook echt in de auto. Het foutcode lampje van de motor branden echter nog steeds.

Wij werden gevraagd dit te onderzoeken


Klacht:

Na elke koude start ging na enkele seconden het motor storingslampje branden. In het voortraject bleken er al reparaties te zijn uitgevoerd, ook de foutcodes in de motor ECU waren al vaker uitgelezen.


Het begon met:


  • P0032 HO2S Heater Control Circuit High (Bank 1 Sensor 1)
  • P0420 Catalyst System Efficiency Below Threshold (Bank 1)

Hiervoor had men de voorste (B1S1) en achterste (B1S2) lambdasonde vervangen en was er een gebruikte katalysator gemonteerd.

Echter met onvoldoende resultaat, het MIL lampje ging steeds weer branden.

Ons onderzoek:

Ook wij starten met het uitlezen van de fouten in de motor ECU
  • P0032 Verwarming lambdasonde B1S1 (historic)
  • P0032 Verwarming lambdasonde B1S1 (current)
Wij laten de motor even warm lopen en bekijken ondertussen de livedata informatie van de motor ECU. Hierna besluiten wij de foutcode te wissen.
Het foutcode gaat, de motor reageert hier hoorbaar op en het foutcode lampje bleef uit. De motor begint nu mooier stationair te lopen maar gaat ook zagen (stationair toerental varieert +/- 100)
Dit is interessant en wij besluiten dit verder te onderzoeken.



De Pico oscilloscope word aangesloten op de lambdasonde verwarming (B1S1)


Wat schets onze verbazing, de variaties in het toerental vallen gelijk met het in en uitschakelen van de verwarming van de lambdasonde. De aansturing (Blauw) van de verwarming ziet er normaal uit, maar de stroom (Rood) door de verwarming bedraagt ruim 11 Ampère!!! Veel te hoog.

Omdat deze lambda sensor reeds was vervangen door een nieuwe hebben we de gegevens er even bij gehaald.


De verwarming van de lambdasensor moet een weerstand hebben +/-3,5 Ohm, de gemonteerde lambdasensor heeft een weerstand van 1,6 Ohm.
Hierop besloten wij een originele OEM lambdasonde te monteren, natuurlijk werd de weerstand gecontroleerd voor de montage, netjes 3,5 Ohm.

De foutcodes werden gewist en zoals onderstaande scope meting laat zien was het stroomverbruik nu goed (1,8 Ampère) ook blijft de motor ECU de verwarming nu stabiel aansturen en loopt de motor weer netjes. Ook het foutcode lampje bleef uit.


Moraal van dit verhaal:

Bij diagnose werkzaamheden heb je 3 dingen nodig:

  • Kennis van het systeem
  • Voertuig specifieke gegevens
  • De juiste diagnose tools
Door deze 3 voorwaarden te combineren kan je een storing oplossen, maar door het gebruik van onderdelen die niet exact voor het betreffende voertuig bedoeld zijn los je de storing niet op maar breid je deze uit.

Bij storingen waar wij het nodig achten een lambdasensor te moeten vernieuwen adviseren wij altijd het gebruik van OEM merk onderdelen.

maandag 7 juli 2014

Uitlijnen van een auto is vakwerk

Om uw banden op topniveau te houden en veilig te rijden, is het belangrijk om uw voertuig regelmatig te laten uitlijnen. Met uitlijning heffen onze experts afwijkingen in de wielstanden op. Deze krijgt u als u bijvoorbeeld een stoeprand raakt, over een grote steen of door een gat in de weg rijdt of een aanrijding krijgt.








Wat zijn de gevolgen van een verkeerde uitlijning?
  • Verhoogde bandenslijtage, ze gaan korter mee.
  • Minder veiligheid en rijcomfort.
  • Snellere slijtage van de mechanische onderdelen.
  • Hoger brandstofverbruik.
  • Slechtere wegligging en stuurgedrag.
  • Slechtere rijprestaties.


Door gebruik te maken van onze hoogwaardige uitlijning apparatuur zijn wij in staat uw auto weer perfect te laten rijden.










Een van de belangrijkste wielstanden is de sporing


Dit is de mate waarin de voor- of achterwielen vooraan en ten opzichte van elkaar naar binnen (toespoor) of naar buiten (uitspoor) gericht zijn.

Het toespoor wordt met een positieve waarde aangegeven en het uitspoor met een negatieve.

Het doel van een correcte toe- en uitspoorafstelling is de evenwijdige loop van de wielen te verzekeren als het voertuig in beweging is.

Een onjuiste toe- of uitspoorafstelling kan de stabiliteit en de handelbaarheid van het voertuig in gevaar brengen.

Toe- en uitspoor kunnen gemeten worden als een hoekwaarde of een lengtemaat naargelang het soort meetgereedschap.